Chimonobambusa Tumidinoda

Chimonobambusa tumidinoda, ook wel wandelstokbamboe genoemd, valt op door zijn sierlijk overhangende halmen die 3 tot 5 meter hoog kunnen worden. De halmen zijn frisgroen van kleur, maar verkleuren met de jaren naar geel of bruin. Hun opvallend knoestige structuur geeft de plant een karakteristiek en decoratief uiterlijk.

De bladeren zijn smal en langwerpig, meestal 10 tot 20 cm lang en 1 tot 2 cm breed. Ze zijn donkergroen en glanzend, met een fijne, spits toelopende vorm die bijdraagt aan de elegante uitstraling van de bamboe. De bladeren staan afwisselend langs de halmen en bewegen sierlijk mee in de wind.

Deze soort is matig winterhard. In strengere winters kan bladschade optreden, maar met beschutting tegen koude wind en vorst aan de wortelzone herstelt de plant zich doorgaans goed in het voorjaar. In milde winters blijft het blad grotendeels behouden

Deze bijzondere bamboe komt uit de gematigde streken van Oost-Azië, vooral uit China en Japan.